De Pensioenwet bevat het wettelijke kader voor Nederlandse pensioenregelingen. In de Pensioenwet is onder meer bepaald dat, behoudens enkele uitzonderingen, een pensioen niet kan worden afgekocht. De Wet op de loonbelasting kent voor niet afkoopbare ouderdomspensioenen de omkeerregel. De omkeerregeling houdt in dat de aanspraak op pensioen onbelast is, maar dat de uitkeringen te zijner tijd belast zijn. Voor een pensioen dat afkoopbaar is geldt de omkeerregel niet. Dat betekent dat de ter zake van de uitoefening van de dienstbetrekking verkregen aanspraken op pensioen tot het belastbare loon worden gerekend en de te zijner tijd te ontvangen pensioenuitkeringen niet worden belast. De waarde van een afkoopbaar pensioenrecht is onderdeel van de rendementsgrondslag van box 3.
Een grensarbeider is iemand die in het ene land woont en in het andere land werkt. Voor een in Nederland wonende grensarbeider gelden het arbeidsrecht en pensioenrecht van het land waarin zijn werkgever is gevestigd. Voor de in het buitenland wonende grensarbeider die in Nederland werkt voor een in Nederland gevestigde werkgever gelden het Nederlandse arbeidsrecht en pensioenrecht en is de werkgever inhoudingsplichtig voor de loonbelasting.
Een inwoner van België werkte voor een internationaal concern. Tot 1 juli 2007 werkte hij voor een in België gevestigd onderdeel van het concern. Daar nam hij deel aan de Belgische pensioenregeling. Sinds 1 juli 2007 werkte de belanghebbende voor een in Nederland gevestigd concernonderdeel. De deelname aan de Belgische pensioenregeling werd voortgezet. Deze pensioenregeling kent een afkoopmogelijkheid. Voor de periode van 1 juli 2007 tot 1 juli 2012 is de Belgische pensioenregeling aangewezen als een zuivere pensioenregeling voor de loonbelasting. Daardoor was de omkeerregel van toepassing op de pensioenregeling.
Voor het jaar 2013 heeft de inspecteur niet toegestaan dat het gebruteerde werkgeversdeel van de pensioenpremie in mindering kwam op het in Nederland belastbare inkomen uit werk en woning. Hof Den Bosch was van oordeel dat de belanghebbende in een gelijke situatie verkeerde als een in Nederland wonende grensarbeider die werkt voor een in België gevestigde werkgever, waarbij de werkzaamheden zowel in België als in Nederland worden verricht. Voor de in Nederland wonende grensarbeider is de pensioenaanspraak op grond van begunstigend beleid vrijgesteld. Op grond van het gelijkheidsbeginsel moet dat volgens het hof ook gelden voor de in België wonende belanghebbende.
De Hoge Raad heeft de uitspraak van het hof vernietigd. Anders dan het hof heeft geoordeeld, is de situatie van de belanghebbende niet gelijk aan de situatie van een Nederlandse grensarbeider die bij een Belgische werkgever deelneemt aan dezelfde pensioenregeling als die van belanghebbende en die een deel van zijn werkzaamheden in Nederland verricht. Omdat geen sprake is van gelijke gevallen, kan het gelijkheidsbeginsel er niet toe leiden dat de belanghebbende, die een Nederlandse werkgever heeft, hetzelfde moet worden behandeld als een in Nederland werkende grensarbeider die een Belgische werkgever heeft.