De werkgever is verplicht het salaris van een werknemer tijdens diens arbeidsongeschiktheid door te betalen. De verplichting het loon door te betalen geldt gedurende de eerste 104 weken van arbeidsongeschiktheid.
De vraag in een procedure in kort geding was op welke omvang het dienstverband moest worden bepaald bij een werknemer aan wie het tijdelijk was toegestaan minder uren te werken. Volgens de arbeidsovereenkomst waren partijen een 40-urige werkweek overeengekomen. Het was de werknemer tot 1 januari 2021 toegestaan 32 uur per week te werken. Daarna zou hij 40 uur gaan werken. Vanaf 31 augustus 2020 is de werknemer arbeidsongeschikt. De werkgever betaalde ook na 1 januari 2021 het loon door op basis van een 32-urige werkweek. Volgens de kantonrechter heeft de werknemer vanaf 1 januari echter recht op doorbetaling op basis van een 40-urige werkweek.
Het betoog van de werkgever dat de arbeidsovereenkomst voor 32 uur per week is aangegaan en dat hij het recht heeft om van de werknemer een 40-urige werkweek te verlangen sneed geen hout.