Het wetsvoorstel ter invoering van betaald ouderschapsverlof is in behandeling bij de Eerste Kamer. De invoering van betaald ouderschapsverlof is een verplichting die voortvloeit uit een Europese richtlijn. Uiterlijk op 2 augustus 2022 moet de invoering zijn afgerond. Het UWV heeft aangegeven 22 maanden nodig te hebben om het wetsvoorstel uit te kunnen voeren. De werkzaamheden bij het UWV zijn zo ver gevorderd, dat de minister van SZW het wenselijk vindt dat de Eerste Kamer snel over de aanvaarding van het wetsvoorstel besluit zodat zekerheid bestaat over de wetgeving zoals die per 2 augustus 2022 in werking treedt.
De minister heeft de nadere memorie van antwoord bij het voorlopig verslag naar de Eerste Kamer gestuurd. In de nadere memorie worden aanvullende vragen van de diverse fracties over het wetsvoorstel beantwoord. Een van de vragen betreft de hoogte van de uitkering. Deze is in het wetsvoorstel vastgesteld op 50% van het dagloon. Naar aanleiding van de behandeling van het wetsvoorstel in de Tweede Kamer is het mogelijk gemaakt om voor de datum van inwerkingtreding van het wetsvoorstel bij Koninklijk Besluit het uitkeringspercentage te verhogen tot 70 Volgens de minister is daar op dit moment geen dekking voor.
Een andere vraag betreft de lappendeken aan verlofregelingen. De minister wijst erop dat dit wetsvoorstel uitsluitend is bedoeld voor de implementatie van de Europese richtlijn. Er heeft al wel onderzoek plaatsgevonden naar een herziening en vereenvoudiging van het verlofstelsel. De uitkomst daarvan is dat met een beperkt aantal relatief simpele wijzigingen enige vereenvoudiging mogelijk is. Voor verdergaande vereenvoudiging moeten keuzes worden gemaakt met aanzienlijke financiële gevolgen en gevolgen voor werknemer en werkgever. Besluitvorming daarover wordt aan een volgend kabinet gelaten.