Een belastingaanslag is pas rechtsgeldig als deze op de juiste manier wordt bekendgemaakt. In de praktijk gebeurt dat meestal door toezending van het aanslagbiljet. Volgens vaste jurisprudentie geldt de aanslag als bekendgemaakt zodra het biljet ter post wordt bezorgd. Die regel kent een belangrijke uitzondering: als de Belastingdienst een fout maakt waardoor het biljet de belastingplichtige niet bereikt, bijvoorbeeld door verzending naar een onjuist adres, is geen sprake van een geldige bekendmaking. In dat geval komt de aanslag juridisch niet tot stand.
Een recent gepubliceerde uitspraak onderstreept het belang van correcte adressering bij het opleggen van belastingaanslagen. In deze zaak zet een vof haar activiteiten in 2007 voort in een bv. Daarmee vervalt het oude adres van de vof als correspondentieadres. In 2009 verhuist de bv naar een nieuw adres, dat correct wordt geregistreerd in de systemen van de Belastingdienst. Toch verstuurt de Belastingdienst in december 2011 naheffingsaanslagen loonheffingen over 2006 en 2007 naar het oude adres van de vof. Pas in augustus 2012 neemt de bv contact op met de Belastingdienst. Daarna volgt alsnog een kopie van de aanslag, dit keer naar het juiste adres.
De rechtbank oordeelt dat de aanslag voor 2006 niet tijdig is bekendgemaakt, omdat deze door de foutieve adressering buiten de wettelijke termijn van vijf jaar is verstuurd. De aanslag over 2006 wordt daarom vernietigd. Voor het jaar 2007 ligt dat anders. De bekendmaking via de kopie in 2012 valt binnen de termijn en voldoet aan de wettelijke eisen. Deze aanslag blijft in stand.