Loon is al hetgeen uit een dienstbetrekking wordt genoten. Tot het loon behoren vergoedingen en verstrekkingen in het kader van de dienstbetrekking. De inhoudingsplichtige heeft de mogelijkheid om vergoedingen en verstrekkingen aan te wijzen als eindheffingsbestanddeel. Voor zover sprake is van een gerichte vrijstelling zijn vergoedingen en verstrekkingen onbelast. Voor reiskosten geldt een gerichte vrijstelling. Deze bedroeg in de jaren 2015 tot en met 2018 maximaal € 0,19 per kilometer.
De Belastingdienst heeft bij een boekenonderzoek bij een werkgever de reiskostenvergoedingen in een deel van het jaar 2018 inhoudelijk gecontroleerd. Daarbij is gebleken dat de werkgever van een veel hoger aantal kilometers is uitgegaan dan het aantal kilometers dat zijn werknemers daadwerkelijk hebben afgelegd. In veel gevallen week de feitelijke werklocatie af van de op de kilometerstaten vermelde werklocatie. De Belastingdienst heeft naheffingsaanslagen opgelegd wegens bovenmatige reiskostenvergoedingen. In de uitspraken op bezwaar is de Belastingdienst uitgegaan van een bovenmatigheid van de vergoedingen voor de jaren 2017 en 2018 van 45% en voor de jaren 2015 en 2016 van 30%.
Volgens de rechtbank heeft de werkgever niet aannemelijk gemaakt dat de bedragen van de onbelaste reiskostenvergoedingen in de jaren 2015 tot en met 2018 hoger zijn dan de bedragen die de Belastingdienst heeft geaccepteerd.
De rechtbank is van oordeel dat de naheffingsaanslagen niet te hoog zijn vastgesteld. De rechtbank heeft de opgelegde vergrijpboetes ambtshalve verminderd met 15% wegens overschrijding van de redelijke termijn. Sinds de aankondiging van de boetes zijn tot de datum van de uitspraak van de rechtbank drie jaar en negen maanden verstreken. Dat betekent dat de redelijke termijn met één jaar en negen maanden is overschreden.