Bij de Tweede Kamer is het wetsvoorstel Wet herziening bedrag ineens in behandeling. Dit wetsvoorstel brengt wijzigingen aan in de Wet bedrag ineens, RVU en verlofsparen en in de Wet op de loonbelasting 1964. De wijzigingen hebben betrekking op de mogelijkheid om de uitbetaling van het bedrag ineens uit te stellen ter verbetering van de uitvoerbaarheid. De minister voor Armoedebeleid, Participatie en Pensioenen heeft een nota van wijziging ingediend.
Het wetsvoorstel geeft consumenten de mogelijkheid om een aanspraak op periodieke uitkeringen gedeeltelijk af te kopen zonder dat dit leidt tot belastingheffing over de gehele aanspraak. Door de nota van wijziging wordt nu geregeld dat dit ook geldt voor een gedeeltelijke afkoop van in eigen beheer ondergebrachte lijfrenten, die als tegenprestatie voor de overdracht van een onderneming zijn bedongen. Daarnaast wordt een delegatiegrondslag opgenomen zodat in lagere regelgeving nadere regels gesteld kunnen worden met betrekking tot deze lijfrenten.
De voorgenomen inwerkingtredingsdatum van het wetsvoorstel is uitgesteld van 1 juli 2023 naar 1 januari 2024. De uitgestelde inwerkingtredingsdatum heeft tot gevolg dat deelnemers in een pensioenregeling, die vóór die datum met pensioen gaan, geen gebruik kunnen maken van de keuzemogelijkheid voor uitbetaling van een bedrag ineens.
Tegelijk met de nota van wijziging heeft de minister de nota naar aanleiding van het verslag naar de Tweede Kamer gestuurd.