Als uitvloeisel van het pensioenakkoord is onderzocht of het mogelijk is om na het bereiken van een aantal dienstjaren met pensioen te gaan. Als uitgangspunt voor het onderzoek is een diensttijd van 45 jaar genomen. De minister van SZW heeft het eindrapport van het onderzoek zonder nadere standpuntbepaling naar de Tweede Kamer gestuurd. De vaste Kamercommissie voor SZW heeft vervolgens gevraagd om een kabinetsreactie.
De conclusie is dat een generieke regeling op basis van 45 dienstjaren geen gericht instrument is om mensen met een lagere opleiding of een zwaar beroep eerder met pensioen te laten gaan. Ook andere groepen werknemers profiteren van een generieke dienstjarenregeling. De gemiddelde duur van het arbeidsverleden en de startleeftijd van mensen met zwaar werk en andere werkenden blijken amper te verschillen. Uit het onderzoek blijkt verder dat een generieke dienstjarenregeling moeilijk uitvoerbaar is, omdat gegevens over het arbeidsverleden beperkt beschikbaar zijn.
Volgens de minister is het aan het volgende kabinet om samen met de sociale partners de vraag hoe werkenden in de toekomst gezond hun pensioen kunnen bereiken te beantwoorden.