Eenmalige indexatie schijfgrens WBSO
De WBSO is een fiscale regeling waarmee de overheid technische innovatie stimuleert. Het speur- en ontwikkelingswerk dat bij (technisch) innovatieve werkzaamheden hoort, kost vaak veel geld. Met de WBSO kunnen bedrijven en andere werkgevers deze kosten verlagen. Zij kunnen een percentage van de kosten in mindering brengen op de loonheffing die zij moeten afdragen aan de Belastingdienst.
Dit percentage bedraagt 16%. Voor de eerste € 380.000 wordt dit percentage verhoogd naar 36%. Voor starters geldt voor de eerste € 380.000 een percentage van 50%. De ‘schijfgrens’ van € 380.000 wordt per 1 januari 2026 eenmalig geïndexeerd. De ‘schijfgrens’ bedraagt met ingang van 2026 € 391.020 en blijft vervolgens daarop gehandhaafd.
Multiplier lucratief belang uitgesteld tot 2028
Er komt een wijziging die het inkomen uit een indirect lucratief belang zwaarder belast. Door een vermenigvuldigingsfactor stijgt de effectieve belastingdruk in box 2. In de eerste tariefschijf gaat het tarief omhoog van 24,5 naar 28,45%. In de tweede schijf stijgt het tarief van 31 naar 36%. De introductie van de multiplier is met twee jaar uitgesteld tot 1 januari 2028. Er komt geen overgangsregeling. Dat betekent dat de wijziging ook geldt voor bestaande fondsen en belangen.
Het uitstellen van de multiplier wordt gedekt door de Aof-premietarieven in 2026 en 2027 te verhogen. Na afronding stijgt het hoge Aof-tarief hierdoor met 0,02 procent in 2026 en het lage Aof-tarief met 0,01 procent.
Overgangsrecht FGR uitgebreid
Het tijdelijke overgangsrecht voor fondsen voor gemene rekening (FGR) wordt uitgebreid. In het oorspronkelijke wetsvoorstel was het overgangsrecht alleen beschikbaar voor fondsen die voor 1 januari 2025 als transparant kwalificeerden. Als gevolg hiervan kunnen alle fondsen, die op of na 1 januari 2025 zijn opgericht, gebruikmaken van het tijdelijke overgangsrecht. Dit betekent dat fondsen die op of na 1 januari 2025 zijn opgericht of aangegaan de keuze hebben of zij als niet-transparant (zelfstandig belastingplichtig) dan wel als transparant (deelgerechtigden in het fonds belastingplichtig) worden aangemerkt.
EIA en MIA maximaal de daadwerkelijk gemaakte winst
Het bedrag van de energie-investeringsaftrek (EIA) en het bedrag van de milieu-investeringsaftrek (MIA) dat in een jaar door een ondernemer van de winst kan worden afgetrokken, wordt per 1 januari 2029 beperkt tot het bedrag van de winst uit de betreffende onderneming. Een niet-gerealiseerde aftrek kan in latere jaren in aanmerking worden genomen. Deze maatregel is gericht op het tegengaan van specifieke structuren in de inkomstenbelasting, waarbij de EIA en MIA worden gebruikt. De maatregel gaat niet gelden in de vpb.