Op 1 mei 2015 is de Wet banenafspraak en quotum arbeidsbeperkten in werking getreden. Deze wet moet werkgevers stimuleren om meer mensen met een arbeidsbeperking in dienst te nemen. De staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid heeft een voorstel ter vereenvoudiging van de huidige wet ter consultatie gepubliceerd. Het voorstel moet bestaande belemmeringen voor de doelstelling van 125.000 banen wegnemen en de administratieve lasten verlagen. Daarom heeft de regering besloten om het wetsvoorstel te vereenvoudigen.
Het halen van de doelstelling van de banenafspraak wordt belemmerd doordat er nu aparte afspraken zijn voor de overheid en voor de markt. Dat onderscheid wordt losgelaten. De wet bevat naast de banenafspraak een quotumregeling. Deze regeling wordt pas geactiveerd als de doelstelling van de banenafspraak niet wordt gehaald. De quotumregeling bestaat uit een opslag op de premie voor het Arbeidsongeschiktheidsfonds (Aof). Uitgangspunt is dat de hoogte van de opslag vergelijkbaar is met de huidige heffing van € 5.000 per baan. De definitieve hoogte van de opslag wordt pas bij de activering bepaald. De twee uitzonderingen voor de huidige heffing blijven in de vereenvoudigde Wet banenafspraak bestaan. De eerste uitzondering geldt voor kleine werkgevers. De tweede uitzondering geldt voor uitgezonden personeel. Als stimulans voor werkgevers die meer banen creëren dan waartoe zij verplicht zijn, komt er een bonusregeling. Voor deze regeling wordt aangesloten bij het Loonkostenvoordeel (LKV) banenafspraak. Dit LKV geldt vanaf 2024 structureel in plaats van voor maximaal drie jaar. Het LKV banenafspraak geldt vanaf 2024 niet meer alleen voor de werknemers die recent in dienst zijn getreden, maar ook voor werknemers voor wie de werkgever al eerder het LKV banenafspraak voor de maximale termijn heeft toegepast.