De Wet aanpassing box 3 is per 1 januari 2021 in werking getreden. Reparatiewetgeving blijkt noodzakelijk. Met terugwerkende kracht tot en met 1 januari 2021 wordt het partnerbegrip voor het opleggen van een aanslag inkomstenbelasting en een beschikking bedrag groen beleggen gelijk aan het partnerbegrip zoals dat geldt voor het opleggen van een aanslag inkomstenbelasting en daaraan gekoppeld een beschikking bedrag rendementsgrondslag.
Als gevolg van de Wet aanpassing box 3 is het heffingvrije vermogen voor box 3 verhoogd van € 31.340 naar € 50.000 per belastingplichtige. Voor de vaststelling van het recht op huurtoeslag geldt als vermogensgrens een rendementsgrondslag in box 3 die hoger is dan € 31.340. Voor andere inkomensafhankelijke regelingen gelden geen of hogere vermogensgrenzen. Als het box 3-vermogen vanwege het alsnog beschikbaar komen of wijzigen van fiscale gegevens wordt bijgesteld naar een bedrag onder of boven deze grens kan dat gevolgen hebben voor het recht op huurtoeslag. Om de huurtoeslag in een dergelijk geval te kunnen herzien, wordt de Awir aangepast. Daarmee wordt de situatie wat betreft herziening van tegemoetkomingen in lijn gebracht met de situatie zoals die vóór de Wet aanpassing box 3 bestond.