Je bekijkt nu Kamervragen regeldruk verenigingen

Kamervragen regeldruk verenigingen

  • Berichtcategorie:Algemeen / Lonen

De minister van Financiën heeft Kamervragen beantwoord over de regeldruk voor verenigingen. Door de regeldruk worden vrijwilligers, die verenigingen vaak draaiende houden, geconfronteerd met extra taken en wordt het lastiger om vrijwilligers te werven. De regeldruk ontstaat onder meer door vereisten in vergunningen of de AVG.

Volgens de minister is regelgeving op het gebied van bestuur en toezicht, veiligheid en privacy van belang om misbruik van verenigingen tegen te gaan. Het kabinet heeft maatregelen genomen die het eenvoudiger maken om vrijwilligers te vinden en te binden, zoals de regeling WW en vrijwilligerswerk, de regeling Gratis Verklaring omtrent gedrag (VOG) voor vrijwilligers en de verhoging van de onbelaste vrijwilligersvergoeding.

De belangrijkste wijzingen in de regelgeving waarmee verenigingen te maken hebben zijn de invoering van het UBO-register, de btw-verplichting voor denksporten, de AVG en de Wet Bestuur en Toezicht Rechtspersonen (WBTR).

De btw-vrijstelling voor denksporten is per 1 januari 2022 vervallen. Dit is het gevolg van een arrest van het Hof van Justitie EU over de toepassing van de vrijstelling voor sportbeoefening. Voor deze vrijstelling is vereist dat de activiteit een niet te verwaarlozen lichamelijke component omvat. Bij denksporten is dat niet het geval. Denksportverenigingen met een omzet die lager is van € 20.000 kunnen gebruik maken van de btw-vrijstelling voor kleine ondernemers. Een groot deel van deze verenigingen doet dat.

De WBTR is op 1 juli 2021 in werking getreden en voorziet in maatregelen om de kwaliteit van bestuur en toezicht bij verenigingen en stichtingen te verbeteren. Verenigingen en stichtingen hoeven hun statuten alleen aan te passen als daarin bepaalde regels ontbreken. Dat hoeft niet eerder te gebeuren dan bij een statutenwijziging om een andere reden. Volgens de minister legt de WBTR geen extra administratieve last op verenigingen en stichtingen.

Bron: Ministerie van Financiën | publicatie | 2022-0000110441 | 10-04-2022