De Tweede Kamer heeft het wetsvoorstel Verzamelspoedwet Covid-19 aangenomen. In het wetsvoorstel zijn meerdere onderwerpen opgenomen. Alle onderwerpen houden verband met de bestrijding van de coronacrisis. Het wetsvoorstel bevat onder meer een wijziging van de Algemene Wet inzake Rijksbelastingen en de Invorderingswet. De wijziging maakt het mogelijk dat de percentages van de belasting- en invorderingsrente in het vervolg bij algemene maatregel van bestuur kunnen worden gewijzigd. Nu moet dat nog door middel van een wetswijziging gebeuren. De systematiek van de regeling van de belasting- en invorderingsrente blijft ongewijzigd. Er blijft worden aangesloten bij de wijze waarop de wettelijke rente voor handelstransacties en niet-handelstransacties wordt vastgesteld.
Bij de behandeling van het wetsvoorstel is gevraagd waarom de verlaging van de belastingrente niet eerder mogelijk is dan per 1 juni voor de overige belastingmiddelen en per 1 juli voor de inkomstenbelasting. De reden voor de verschillende inwerkingtredingsmomenten is dat het aanpassen van de rentemodule voor de overige belastingmiddelen twee maanden kost en het aanpassen van de rentemodule voor de inkomstenbelasting drie maanden. Eerder dan 1 juni respectievelijk 1 juli was niet haalbaar. Daarnaast is gevraagd waarom het wel mogelijk is het percentage van de invorderingsrente te differentiëren terwijl dit niet kan met het percentage voor de belastingrente. Dat ligt aan de automatisering. De geautomatiseerde systemen kunnen geen tariefonderscheid maken tussen in rekening te brengen belastingrente en te vergoeden belastingrente.
Na afloop van de tijdelijke verlaging in verband met de COVID 19-crisis gaat de belastingrente terug naar de oorspronkelijke percentages van 8 voor de vennootschapsbelasting en 4 voor alle andere belastingen. Ook de invorderingsrente gaat na de tijdelijke verlaging weer terug naar 4%. De verlaging van de belasting- en de invorderingsrente geldt in beginsel tot 1 oktober 2020.